Pro Deo - Bureau voor Juridische Bijstand (B.J.B.)
Het Bureau voor Juridische Bijstand (B.J.B.) stelt een advocaat aan om bijstand te verlenen aan een persoon die over onvoldoende inkomsten beschikt (zie inkomensgrenzen) of een persoon die behoort tot een hiermee gelijkgestelde categorie (zie gelijkgestelde categorieën).
Contactgegevens
B.J.B. balie Leuven
Gerechtsgebouw
F. Smoldersplein 5
3000 Leuven
Tel 016 21 45 45
bjb@balieleuven.be
www.balieleuven.be
Het indienen van pro deo aanvragen op het B.J.B. kantoor in het gerechtsgebouw is alleen mogelijk na het maken van een afspraak.
Praktisch
Aanvragen voor een advocaat pro deo worden bij voorkeur digitaal overgemaakt via het e-mailadres bjb@balieleuven.be. Wegens de grote toevloed van e-mails en telefoons kan de verwerking van de aanvragen enkele dagen in beslag nemen. Gelieve bijgevolg niet te snel herinneringen te sturen, zodat de mailbox niet wordt overbelast.
U dient hiertoe het aanvraagformulier in te vullen en over te maken, samen met de juiste, recente documenten (zie over te maken documenten hieronder).
Wanneer u problemen ondervindt met het digitaal overmaken van een pro deo aanvraag, kan u mits voorafgaande afspraak langskomen op het secretariaat van de Balie in het gerechtsgebouw te Leuven.
U maakt voorafgaand een afspraak op het telefoonnummer 016/21.45.45. Wanneer u geen voorafgaande afspraak gemaakt heeft, heeft het geen zin dat u zich aanbiedt.
Een pro deo aanstelling kan enkel worden toegekend als u zich aanbiedt met de juiste recente documenten (zie over te maken documenten).
Inkomensgrenzen
Jaarlijks worden de inkomensgrenzen om in aanmerking te komen voor volledige of gedeeltelijke kosteloosheid door het Ministerie van Justitie bepaald.
Cijfers geldig vanaf 1 september 2024 :
Alleenstaand
a) Volledige kosteloosheid: max. € 1.582,00 netto/maand
b) Gedeeltelijke kosteloosheid: tussen € 1.582,00 en € 1.884,00 netto/maand
Gehuwd, samenwonend of alleenstaand met persoon ten laste
a) Volledige kosteloosheid: max. € 1.884,00 netto/maand (= gezinsinkomen)
+ € 348,26 pp ten laste
- 1 persoon = € 2.232,26
- 2 personen = € 2.580,52
- 3 personen = € 2.928,78
b) Gedeeltelijke kosteloosheid: tussen € 1.884,00 en € 2.184,00 netto/maand (= gezinsinkomen)
+ € 348,26 pp ten laste
- 1 persoon = € 2.532,26
- 2 personen = € 2.880,52
- 3 personen = € 3.228,78
Over te maken documenten
Dit aanvraagformulier, volledig ingevuld en ondertekend, alsook de volgende documenten:
- een attest van samenstelling van gezin van maximaal twee maanden oud;
- documenten die uw inkomsten en uw bestaansmiddelen bewijzen van ten minste de laatste twee maanden en in voorkomend geval van de personen die u ten laste heeft of die met u samenwonen, naargelang uw situatie of uw verklaringen, zoals:
- Bewijzen van wedden/lonen van ten minste de laatste twee maanden (ook diensten-, maaltijd-, opleidings- en ecocheques, andere voordelen, …), bovendien :
- Indien uw loonfiche vakantie (onbezoldigd) vermeldt, een extra loonfiche van een volledige gewerkte maand bijbrengen;
- Indien uw loon of uitkering onder het bestaansminimum ligt, eventuele opleg van een andere instantie bijbrengen;
- Indien tijdskrediet op uw loonfiche staat: aard tijdskrediet en regime en eventuele bijpassingen bijbrengen, bijvoorbeeld bij ouderschapsverlof de uitkering van de RVA en/of de premie van de Vlaamse Overheid;
- Indien weerverlet, economisch werkloos… een attest van de RVA of van de vakbond bijbrengen;
- Indien loon via individuele beroepsopleiding (IBO) contract: loonfiche van de VDAB en opleg van de RVA bijbrengen;
- Indien een deel van het loon ten laste van de RVA activa: attest van de RVA of van de vakbond bijbrengen;
- Het bewijs van het ziekenfonds of van een hulpkas voor werkloosheidsuitkering met vermelding van het dagbedrag, indien ziekte (na gewaarborgde periode) op de loonfiche : het attest ziekenfonds;
- Attest schuldbemiddelaar met exacte bedrag van het leefgeld (op maandbasis) evenals het exacte bedrag van de vaste maandelijkse kosten (huur, nutsvoorzieningen,…) en met duidelijke vermelding van het bedrag van de kinderbijslag die door de schuldbemiddelaar bovenop het leefgeld rechtstreeks wordt betaald;
- Voor de ondernemer : onder andere de jaarlijkse fiche 281.50 én de laatste BTW–aangifte, in voorkomend geval een attest van de boekhouder;
- Bankuittreksels omtrent inkomsten uit pensioen, onderhoudsgeld, ontvangen huurgelden,…
- Periodieke overzichten van interimbureaus. Bij interimarbeid : attest van het interimkantoor met vermelding van de gewerkte maand, aantal gewerkte dagen, bruto- en nettoloon;
- Indien verklaring op eer dat er geen inkomsten ontvangen worden : ook attesten van het OCMW, de RVA en het ziekenfonds bijvoegen die verklaren dat zij geen uitkering uitbetalen;
- Schoolattesten van uw kinderen waaruit blijkt dat de kinderen schoolgaand zijn en/of onder leercontract vallen : loonfiches of attesten bijbrengen waaruit blijkt dat er enkel onbezoldigde stages zijn. Schoolattesten van Syntra voor meerderjarige kinderen : melden of het dag- of avondonderwijs is, bij avondonderwijs eventuele loon/uitkering bijbrengen;
- Eventuele andere nuttige stukken…
- Bewijzen van wedden/lonen van ten minste de laatste twee maanden (ook diensten-, maaltijd-, opleidings- en ecocheques, andere voordelen, …), bovendien :
- Eventuele procedurestukken (dagvaarding, gerechtsbrieven, vonnissen, …);
Daarnaast kan het BJB u altijd vragen om nog bijkomende documenten te bezorgen indien zij dat nodig acht.
Gelijkgestelde categorieën
Art. 1 §2 Koninklijk Besluit van 18 december 2003 tot vaststelling van de voorwaarden en de volledige of gedeeltelijke kosteloosheid van de juridische tweedelijnsbijstand en de rechtsbijstand, zoals gewijzigd bij KB van 3 augustus 2016, bepaalt de gelijkgestelde categorieën als volgt :
§ 2. Behoudens tegenbewijs wordt beschouwd als een persoon wiens bestaansmiddelen onvoldoende zijn:
- degene die bedragen geniet uitgekeerd als leefloon of als maatschappelijke bijstand, minstens op overlegging van de geldige beslissing van het betrokken openbaar centrum voor maatschappelijk welzijn + stukken hiernaast opgesomd;
- degene die bedragen geniet uitgekeerd als gewaarborgd inkomen voor bejaarden, minstens op overlegging van het jaarlijks attest van de Rijksdienst voor Pensioenen + stukken hiernaast opgesomd;
- degene die een inkomensvervangende tegemoetkoming voor gehandicapten geniet, minstens op overlegging van de beslissing van de minister tot wiens bevoegdheid de sociale zekerheid behoort of van de door hem afgevaardigde ambtenaar (www.handiweb.be) + stukken hiernaast opgesomd;
- de persoon die een kind ten laste heeft dat gewaarborgde kinderbijslag geniet, minstens op overlegging van het attest van het Federaal agentschap voor de kinderbijslag (Famifed) + stukken hiernaast opgesomd;
- de huurder van een sociale woning die in het Vlaams Gewest en het Brussels Hoofdstedelijk Gewest een huur betaalt die overeenkomt met de helft van de basishuurprijs of die in het Waals Gewest een minimumhuur betaalt, minstens op overlegging van de laatste huurberekeningsfiche + stukken hiernaast opgesomd;
- de gedetineerde, op overlegging van bewijsstukken met betrekking tot het statuut van gedetineerde (vb. attest van gevangenschap);
- de beklaagde bedoeld in de artikelen 216 quinquies tot 216 septies van het Wetboek van Strafvordering;
- de persoon van de geesteszieke voor wat betreft de toepassing van de wet van 26 juni 1990 betreffende de bescherming van de persoon van de geesteszieke, op overlegging van de dagbepaling + zo mogelijk ingevuld en ondertekend aanvraagformulier;
- de vreemdeling, voor wat betreft de indiening van het verzoek tot machtiging van verblijf, of van een administratief of rechterlijk beroep tegen een beslissing die genomen werd met toepassing van de wetten betreffende de toegang, het verblijf, de vestiging en de verwijdering van vreemdelingen, op overlegging van bewijsstukken + stukken hiernaast opgesomd;
- de asielaanvrager of de persoon die een aanvraag indient van het statuut van ontheemde, op overlegging van bewijsstukken + stukken hiernaast opgesomd;
- de persoon belast met overmatige schulden voor de inleiding van een procedure collectieve schuldenregeling, op overlegging van een aanvraagformulier, attest samenstelling gezin en detaillijst van de schulden;
Let wel : De vermoedens van ontoereikend inkomen die hierboven werden vermeld, zijn weerlegbaar. Dit betekent dat ook voor deze personen de exacte omvang van hun patrimonium moet worden beoordeeld door het Bureau voor Juridische Bijstand om zich ervan te vergewissen dat deze personen, van wie vermoed wordt dat zij behoeftig zijn, weldegelijk over onvoldoende bestaansmiddelen beschikken om een beroep te kunnen doen op de diensten van een advocaat buiten de juridische bijstand.
Enkel voor minderjarigen geldt een onweerlegbaar vermoeden van ontoereikend inkomen :
§ 4. De minderjarige geniet van de volledige kosteloosheid op voorlegging van zijn identiteitskaart of van enig ander document waaruit zijn staat blijkt.
Volledige en gedeeltelijke kosteloosheid
Afhankelijk van het gezinsinkomen van de aanvrager zal de bijstand van de advocaat volledig of gedeeltelijk kosteloos zijn (zie volledige of gedeeltelijke kosteloosheid).
Wie kan rekenen op een derde betaler, bijvoorbeeld een rechtsbijstandsverzekering, komt niet in aanmerking voor een Pro-Deo advocaat.
De persoon die de gedeeltelijke kosteloze juridische tweedelijnsbijstand geniet, betaalt per dossier een bedrag aan zijn advocaat tussen de € 25 en de € 125. Advocaten mogen pas optreden nadat ze deze bedragen ontvangen hebben.
De advocaat ontvangt punten voor wat hij doet. De Federale Overheid koppelt een bedrag aan die punten en betaalt de advocaat uit.
Er bestaat ook de mogelijkheid dat de advocaat hangende zijn pro-deo aanstelling toch betalend zal optreden. Dit is het geval wanneer volgende situaties zich voordoen :
Art. 508/13 Ger. W. laat toe dat de advocaat alsnog tegen betaling optreedt als er zich een positieve wijziging in de bestaansmiddelen van de rechtzoekende voordoet, waardoor die niet langer voldoet aan de voorwaarden van de juridische tweedelijnsbijstand. De rechtzoekende moet zijn advocaat op de hoogte te stellen van zo’n wijziging in de bestaansmiddelen, en de advocaat zal hierna onmiddellijk het Bureau voor Juridische Bijstand verwittigen.
Ook als de advocaat vaststelt dat hij door zijn optreden geldsommen heeft kunnen recupereren voor de rechtzoekende, heeft hij recht op een ereloon (art. 508/19 Ger. W.). De geldsommen die in aanmerking komen, zijn bedragen die zo hoog zijn dat de rechtzoekende geen recht had gehad op juridische tweedelijnsbijstand, had hij/zij die sommen in zijn bezit gehad op de dag van de aanvraag. De advocaat kan in zo’n geval niet zelf zijn ereloon bepalen. Dat wordt begroot door het Bureau voor Juridische Bijstand.